Gezondheidszorg en gebitsbehandeling bij Lama's

Door Peter Klaver, dierenarts voor exoten en wildlife
De dieren uit het land van onze Maxima krijgen dit voorjaar extra aandacht. Ook het blad ¨Dierenpraktijken¨ blijft niet achter en zet de kleine kameelachtigen uit Zuid-Amerika in het Argentijnse zonnetje.

Spugende kleine kameel van Zuid-Amerika

De lama behoort tot de groep van herkauwers, die oorspronkelijk voorkomen in de bergen en vlaktes van Zuid- Amerika. Typisch zijn de gespleten bovenlip, de dikke vacht, lange nek en het ontbreken van hoeven. Ze hebben een eeltlaag, een soort soepel leer, onder hun voeten. Lama- achtigen vormen samen met de echte kamelen en dromedarissen de groep van ¨eeltpotigen¨. Maar bij de Zuid-Amerikaanse kameelachtigen ontbreekt de vetbulten op de rug, die zo typisch zijn voor echte kamelen.

De oude Inca's gebruikten de lama al als lastdier op grote hoogte, maar ook nu nog is het dier onmisbaar voor de bergbewoners van Chili en Peru. De uitgestrekte pampa's van Argentinië werd in vroegere jaren bevolkt door familieleden van de lama, de wilde guanaco. Door intensieve jacht van boeren en jagers is deze soort nu teruggedrongen tot de bergachtige gebieden van het koude en gure zuiden. Vuurland in het uiterste zuiden van Argentinië en de eilandjes voor de kust worden ook nu nog door guanaco's bewoond. Maar het echte leefgebied van de lama-familie zijn toch de hoogvlakten en uitlopers van het grote hooggebergte, de Andes.

Typisch gedrag van de lama-achtigen is het spugen met pensinhoud. In bijna alle cartoons, die over lama's gaan, wordt deze minder vriendelijke kant van het dier belicht. Soms vrij onverwachts of na dreigen kunnen ze met forse kracht wat pensinhoud naar belagers spugen, die dan bedekt raken met een groene, behoorlijk stinkende drap. Dit verdedigingsmiddel kan behoorlijk effectief zijn tegen soortgenoten of roofdieren in het wild, maar ook in de dierentuin houdt het mensen op afstand. Als dierenarts van Artis was ik absoluut niet populair bij de lama's. Als ze de kans kregen, lieten ze het niet na om mij een volle laag te geven. Ze waren de injecties, die ze in de loop der jaren hadden gehad, nog lang niet vergeten.

Vier soorten

De wilde vormen zijn de guanaco, de grootste en de vicogne of vicuña de kleinere variant, die altijd egaal bruin zijn en perfect aangepast aan het leven in droge gebieden. Ze hebben dezelfde eigenschap als hun grote broer, de kameel, dat ze heel zuinig met water om kunnen gaan. Op die manier zijn ze in staat te leven in gebieden, waar andere dieren het niet redden en hebben minder last van voedselconcurrentie van andere dieren. Hoewel aangepast aan de woestijn, staan guanaco's bekend om hun goede zwemvermogen. Zeestraten en eilanden worden met groot gemak ¨bezwommen¨.

De vicogne is ook nog aangepast aan het leven op zeer grote hoogte, tot boven de 4000 meter met ijle lucht. Tot de sneeuwgrens kunnen we de vicogne aantreffen. Zijn rode bloedcellen hebben de bijzondere eigenschap dat zij ook op grote hoogte met ijle lucht nog voldoende zuurstof kunnen binden. Het aanbod van voedsel is zeer beperkt op deze grote hoogte. Met name korstmossen en andere mossen worden van de rotsen afgeschrapt met de ondertanden. Deze ondertanden blijven hun hele leven doorgroeien, wat in de wilde toestand uiterst functioneel is. Maar in gevangenschap geeft dit problemen met te lange tanden. Net als andere herkauwers zijn bij de lama-achtigen de tanden in de bovenkaak vervangen door een eeltplaat.

De lama is de gedomesticeerde vorm van de guanaco en wordt al eeuwen gehouden als last- en trekdier in het Andesgebergte. Met zijn schofthoogte van 1,50 meter is hij de grootste en meest bekende ¨kleine kameel¨ van Zuid- Amerika. Het gewicht van een volwassen dier schommelt tussen de 90-200 kilo. Met zijn dikke vacht bestand tegen de koude in de bergen, maar kan zich in Nederland in de winter prima redden zonder een stal. Lama's komen in diverse kleuren voor, van koebont tot egaal wit of zwart, maar ook grijs, geelachtig, bruin en roodkleurig. Deze soort komt het meest voor in Nederland

De Alpaca is de wolleverancier bij uitstek waar eeuwenlang op geselecteerd is. De zeer dunne en heel fijne wol is uiterst kostbaar en wordt veel verwerkt in shawls en dure geweven jassen in de exclusieve modehuizen. Er is een poedeltype Alpaca met kroeshaar (zoals het Texels schaap) het ovine type en met lang, stijl haar, het Maximatype of Suri-type. Als regel worden Alpacca's één keer per twee jaar geschoren.

Lama's in Nederland

Nederland telt naar schatting 4000 lama's, grotendeels bij particuliere houders en fokkers. Verder zijn ze te zien in sommige dierentuinen, grotere kinderboerderijen en kasteel- en tuinparken. Omdat lama's geen hoge eisen stellen aan hun verzorging, is er niet zo vaak een dierenarts nodig. Wel is het goed realiseren dat lama's soms TBC bij zich hebben, zeker als ze rechtstreeks uit Zuid-Amerika worden geïmporteerd. Dit kan de eigenaar/verzorger en bezoekers aansteken, vaak met nare gevolgen. Bloedonderzoek kan daar duidelijkheid over geven.

Afslijpen van de ondertanden.

De ondertanden van lama's blijven ook bij volwassen dieren doorgroeien. Soms steken ze enkele cm boven de onderlip uit en grazen wordt dan een moeilijke klus. Inkorten is dan de aangewezen behandeling, maar knippen van de tanden kan leiden tot verspintering en barsten. Met een slijptolletje krijg je een mooie gelijkmatige inkorting van de tanden en kunnen de scherpe kantjes werden weggeveild. Dit is een precies karwijtje, dat onder algehele verdoving moet gebeuren. Het is niet geheel pijnloos en het lawaai van de slijptol is vergelijkbaar met het boren in een taaie kies van onze eigen tandarts. Zonder verdoving zou de lama nogal heftig kunnen reageren.

Voortplanting en echografie bij lama's

De wijze van voortplanting bij de lama is nogal anders dan de meeste andere zoogdieren, maar lijkt het meest op die van het paard. De drachtigheid duurt ongeveer 11 maanden en meestal wordt één jong geworpen. Meteen na de worp is de lama-merrie weer vruchtbaar (veulenhengstigheid) en kan met succes gedekt worden.

In tegenstelling tot paarden en de meeste andere zoogdieren treedt bij lama's geen uiterlijke hengstigheid of bronst op. Er treedt bijna altijd een eisprong op na een geslaagde dekking, net als bij de katachtigen. We noemen dit een ¨induced ovulation¨, een door de dekking opgewekte eisprong. Omdat dracht zo moeilijk te zien is, wordt er vaak echografie gebruikt om de jonge vrucht met geluidsgolven in beeld te brengen. Door de echokop in de lies tegen de buik te houden, kan een dracht in de meeste gevallen worden vastgesteld.

Diergeneeskundige zorg bij lama's

Lama's moeten met regelmaat ontwormd worden, maar minimaal twee keer per jaar. Af en toe omweiden naar een stuk land waar al langere tijd geen lama's hebben gestaan, is aan te bevelen om de infectiedruk van de maagdarmwormen laag te houden. De betere wormmiddelen voor lama's zijn Dectomax of Ivomec, omdat deze ook werkzaam zijn tegen schurft, een veelvoorkomende en hardnekkige huidparasiet. Na 14 dagen moet deze injectie worden herhaald als er sprake is van schurft. Verder is minimaal een jaarlijkse vaccinatie tegen de bacterieziekte Clostridium aan te raden.

Met al deze goede zorgen kan het aantal lama's in Nederland een beetje op peil blijven en misschien zelfs worden uitgebreid. Als Maxima dan van de zomer weer een toer door Nederland maakt, is de kans redelijk groot dat ze lama's in de groene Hollandse weide ziet en zal zich op die manier sneller thuis voelen is ons natte kikkerlandje.

Zie ook in de DN winkel DIO poster .